Het was mijn eerste dag met mooi weer in de Picos de Europa. Ik was geland vlakbij Caín de Valdeón, ten westen van de 2649m hoge Torre de Cerredo. Daaraan ging ik me deze reis niet wagen. Dat is me nog net teveel om in wintertijd en op mezelf zo een tocht naar een hoge top te ondernemen. Ik hield de uitdaging op ‘hoe gaat het me af om alleen in dit onbekende gebied op pad te gaan’. Via Komoot had ik een punt aangeduid op de kaart om heen te lopen. Ondanks dat ik Komoot Premium had genomen was het niet mogelijk om een automatische route te maken. Te onstabiel mobiel internet. Daardoor was het moeilijk inschatten wat mogelijk was qua tocht. Idealiter loop ik een circuit ipv dezelfde weg terug. Maar het kleinst mogelijke rondje was 20km. En dat met 1500m hoogtemeters. Dat leek me wel een heel stevige tocht om op mezelf te ondernemen. Ik hield het op ongeveer 10km heen en terug als eerste kennismaking met dit Spaanse gebergte. Ik besloot wel mijn technische camera mee te nemen om een paar landschapsfoto’s mee te maken. De scherpe, puntige rotsen, heldere lucht en laagstaande zon waren hopelijk een goede combinatie voor mooie analoge zwartwit prints. Daarvoor moest wel nog film geladen worden dus ik was niet heel vroeg weg in de ochtend. Ik was zelfs helemaal niet vroeg weg zie ik nu, de ‘tijdsstempel’ van het eerste opgenomen videobeeld staat op 11u30. Een middagwandelingetje dus.
Allereerst liep ik van de auto een stukje naar beneden over de gewone weg richting het dorp. Caín de Valdeón ligt aan het einde van de vallei en vanaf daar zijn het allemaal wandelpaden de bergen in. Het dorp, en de hele regio, ligt er verlaten bij. Heel veel supermarktjes, cafetaria’s, hotels, winkeltjes zijn dicht. Allemaal infrastructuur voor de zomermaanden en de, waarschijnlijk, bijhorende toeristenstroom. Buiten een paar lokale bewoners en een dozijn honden is er geen ziel te bespeuren. Ik loop het dorp uit via een paar smalle paadjes tussen schuurtjes en velden. Het pad gaat al meteen de hoogte in. Geen animo voor een rustige warm-up. Dit pad stuwt meteen de hartslag omhoog. Het feit dat de technische camera alleen al 4,5kg weegt helpt natuurlijk ook niet mee. Ik beklaag me al meteen mijn interesse analoge prints maken van landschappen. Volgende keer maar een appel in de fruitschaal fotograferen. Na een half uurtje omhoog stappen keek ik een keer achterom werd ik al meteen verbaasd door het mooie uitzicht. Ikzelf was aan de schaduwkant van de berg aan het wandelen. Maar aan de andere kant van de vallei scheen de zon. De zon scheen zijdelings over de flanken heen waardoor je heel goed het reliëf van de bergen kan zien. En voor foto’s is dit visueel contrast heel belangrijk. Mijn zegt vaak dat je met de zon ‘mee’ moet fotograferen. Dat is discutabel natuurlijk want ieders smaak is verschillend. Wat landschapsfoto’s betreft ben ik het er alvast niet mee eens. Als je het landschap met de zon ‘mee’ fotografeert zie je nauwelijks schaduwen. Met onze ogen en ons brein creëeren we een 3D waarneming. Wij hebben een dieptezicht. Een fotoprint heeft dat niet, dat is in 2D. Dus ik heb liefst een lagere zonnestand die niet in dezelfde lijn staat als de camera. Een zon die schaduwen en contrast creëert en zo ‘diepte’ geeft aan een beeld.



Ondanks dat ik nog helemaal niet lang onderweg was besloot ik de technische camera al een eerste keer op te stellen. Hier ben ik altijd wel een 15 tot 30 minuten mee bezig dus dit werd ook meteen mijn lunchpauze. Ik was tot slot best laat vertrokken. Na mijn lunch wou ik ook nog wat dronebeelden maken van mijn werk met de technische camera. Ja de drone had ik ook mee*.
*De volledige lijst van speeltjes die ik meesleurde:
- Horeseman LE, 4x5inch technische camera
- Canon Eos 35mm camera
- DJI mini pro 3 drone
- GoPro 11 black
Blijkt dat je in de Picos de Europa helemaal niet met je drone mag vliegen. Of alleszins gaf de DJI fly app aan dat ik in een ‘enhanced warning zone’ was en ikzelf volledig aansprakelijk was voor mijn vlucht. In het kort, hier mag je niet vliegen tenzij je toestemming hebt van een bepaalde instantie. En die had ik niet dus geen drone beelden in de Picos de Europa, jammer. Maar ik kan me ook wel inbeelden dat het met goede reden is! Als hier in de zomermaanden veel toeristen komen zie ik de drones zo om je oren vliegen. Dus ik hield de drone maar ingepakt en ging verder met mijn tocht.
Een tijdje later bereikte ik een extra deeltje van het dorp. Dit gedeelte, Caín de Arriba, bestond vooral uit wat schuren en een paar huisjes. Ook hier geen kat te bespeuren met uitzondering van 1 hond. 1 grote hond die nogal snel en luid blaffend naar me toe liep, ja daar ben ik geen fan van. Ik draaide me om met mijn rugzak als buffer en wandelde verder een weggetje in. Bleek dit natuurlijk niet het juiste weggetje te zijn maar ik had ook geen zin om terug richting die hond te gaan. Dan maar verder gelopen langs een stroompje en na het dorp het water overgestoken om zo terug op het goede spoor te komen!Na het dorp viel het me op dat er best grote grasvlaktes waren met stenen muurtjes rond. Ik vermoed dat dit allemaal kampeerplekken zijn voor alle outdoor sporters in de zomer. Best goede kampeerplek lijkt me! Deze kampeerplekken gingen over in een grotere, heuvelende grasvlakte verder de vallei in. Eens op het einde van deze vallei ging het weer stevig omhoog en volgde de hoogtemeters elkaar snel op. Een uurtje verder de hoogte in kwam ik op een punt in de route waar ik, volgens Komoot niet verder zou kunnen. Hoewel het pad op de kaart zich samenvoegde met een ander pad. Ik zou niet verder kunnen maar er stond niet bij waarom niet, dus ik had ervoor gekozen dit te negeren en te zien als ‘softwarebug omwille van instabiel internet’. Bij het naderen van dit punt kreeg ik wel een zacht vermoeden dat het wel eens waar zou kunnen zijn. Ik naderde namelijk een stenen muur waar een waterval naar beneden kwam. Plots zag ik een reden waardoor op de kaart 2 paden elkaar lijken te verbinden, maar je toch niet verder het pad kan bewandelen.
Ik bekeek de waterval met een gevoel van pracht en tegelijkertijd een gevoel van afkeer voor mijn eigen naïviteit dat het pad wel zou doorlopen. Nu stond ik daar driekwart op de berg, op een doodlopend pad. Na de waterval te aanschouwen en een korte pauze te houden keek ik nog eens op de Komoot app. Even bepalen wat de volgende stap zou zijn. Ha, blijkt het zo dat ik richting de waterval was gezogen en niet had opgemerkt dat er stukje terug een pad naar links was! Eureka! Verder omhoog it is!
Ik klim verder de bergflank op en kijk regelmatig over mijn schouder. Het is telkens een prachtig uitzicht, de zon staat vol op de bergen aan de andere kant van de valei. Hoe hoger ik kom hoe verder ik in de bergketen kant kan kijken. Ergens daar staat die ‘Torre de Cerredo’ van 2649m hoog. Hoe graag ik ook nog hogerop zou willen komen richting ‘El Picón’ begin ik te vrezen voor de tijd. In tegenstelling tot de zomer in Noorwegen heb ik hier nu geen onbeperkt daglicht. En ik heb ditmaal geen ambitie om in het donker naar beneden te loop. Dus ik besluit een tijdsstempel te plakken op het punt wanneer ik moet omkeren. 15u15 is een goed moment om te stoppen, nog een pauze te houden en genieten van de plek tot waar ik ben gekomen.


Ik begin terug aan de afdeling. Ik passeer weer dezelfde plaatsen die ik omhoog heb gelopen, toch zijn ze anders. Ik benader ze vanuit een andere richting, ander tijdstip en kan heel de tijd de vallei aanschouwen. Wanneer ik weer bij ‘Caín de Arriba’ aankom stop ik vooraleer ik het dorp binnenloop. Hier zit die hond weer. Ik neem het zekere voor het onzekere kies er weer voor om langs het riviertje te lopen. Maar ipv dezelfde weg richting ‘Caín de Valdeón’ te lopen kies ik voor een ander pad. Dit lijkt meer op een pad dat af en toe ook met een tractor of 4×4 bereden wordt. Hier zie ik op een bepaald moment rechts een richel met een steile afgrond. Vanaf deze richel kijk je over heel het dorp en de vallei. Wat een uitzicht! Ik neem nog een extra moment om nog een beeld te maken met technische camera. Ik ben benieuwd hoe deze beelden er gaan komen uit te zien!
Hierna loop ik verder het dorp in en ook nu valt er bijna niemand te bespeuren. Ik zie 1 persoon die ik de dag ervoor ook al keertje voorbij de bus had zien wandelen met zijn honden. Maar heel veel meer dan een ‘ola’ en een knikje komt er niet uit. Misschien maar beter ook want mijn Spaanse tong is onbestaande. Eenmaal bij de bus aangekomen neem ik mijn stoel en aanschouw ik een tijdje nog alle vogels die boven in de vallei rondvliegen. Ik begroet mijn 2 vrienden die weer op hun richeltje zitten te ‘chillen’. Ik denk dat het mogelijks 2 vale gieren zijn waar ik me naast heb geparkeerd. Ik vraag me af wat zij denken als ze mij daar zien rondlopen heel de tijd. Hopelijk vinden ze het even interessant als ik.

